Nòg een diploma?
Sinds begin dit jaar mag ik me “Register loopbaanprofessional” noemen, NOLOC gecertificeerd. Het was wel even een klus om dat voor elkaar te krijgen. Er moest een dossier worden gemaakt met onder andere een uitgebreid verslag van een loopbaantraject, dat officieel werd beoordeeld. Kortom, het voelde alsof ik weer examen moest doen. Met de stress die erbij hoort.
Goed genoeg zijn, daar appelleerde het heel erg aan. Een pijnpuntje uit een grijs maar op zo’n moment weer levendig gekleurd verleden. Dat maakte dat ik er tegenaan zat te hikken. Want als je er niet aan begint kan het ook niet afgekeurd worden. Kan ík niet afgekeurd worden. Want ja, dat gevoel zat er ook wel een beetje op. En dus stelde ik uit en uit en uit, totdat het niet meer kon om nog gecertificeerd te worden.
En iedereen om me heen maar zeggen dat ik het zéker zou halen, dat het met mijn kennis en ervaring als loopbaancoach, als jobcoach, als leidinggevende, als manager geen probleem zou moeten zijn. Ja, dûh. Mijn hoofd vindt dat ook wel, maar er is altijd wel een stemmetje dat iets anders zegt waardoor het ook anders voelt.
Ik ben daarin niet uniek heb ik al gemerkt. Sommige mensen hebben er helemaal geen last van, en dat is erg fijn, lijkt me. Houden zo. Maar ook bij coachees kom ik het tegen. Vreneli Stadelmaier heeft er een prachtig boek over geschreven, “F*ck die onzekerheid”. Zij noemt het “het impostor syndrome”. Waar merkwaardig genoeg meer vrouwen dan mannen aan lijden. Daar waar mannen meestal (en ik generaliseer!) een aangeboren gevoel lijken te hebben van “F*ck it, de wereld mag dankbaar zijn dat ik überhaupt besta”, lukt ons vrouwen dat minder.

Hou jij de boel ook voor de gek? (Ik wel!)
Wij (vrouwen) denken al snel dat het eigenlijk best gek is dat uitgerekend wij hier zitten dat dat welhaast per ongeluk moet zijn gebeurd en dat we de boel een beetje oplichten. Soms is een enkele gefronste wenkbrauw voldoende om ons terug in ‘t hok te krijgen. En daarnaast hebben we dan ook nog wat Stadelmaier noemt een papegaai op de schouder die in onze oren zit te krijsen dat het niet goed genoeg is wat we doen.
Me terdege bewust van deze stemmetjes, besloot ik er toch voor te gaan. En inderdaad, het lukte; ik ben erkend loopbaanprofessional. “Zeiden we toch?” zeggen de fans dan nuffig…
Kortom: ik ben blij dat ik het toch gedaan heb. Het is uiteindelijk een objectieve maat voor wat velen al wisten en ik misschien stiekem toch ook. Zal ik wachten op het volgende stemmetje, of zal ik die papagaai nu eindelijk eens vakkundig de nek omdraaien?
De krijsende papagaai in ons
Misschien herken jij het ook? De krijsende papagaai komt in coachgesprekken vrij geregeld langs, en beïnvloedt iedereen die ernaar wil luisteren. Jou bijvoorbeeld. Met alle gevolgen van dien. We houden onszelf door die stem klein en onzeker en denken tot overmaat van ramp ook nog dat het waar is.
Grappig: Soms laten vogels hun lawaai zelfs letterlijk horen… Ik wandelde onlangs met een coachee in Noord Holland waar parkieten (toch familie van die andere schreeuwerds) zich vrolijk gekleurd maar krijsend mengden met het lokale vogelvolk. Zo zagen we bijna de zeker zo mooie ijsvogels niet meer die ook langs kwamen. Geconcentreerd op die parkieten die behoorlijk wat groter zijn en zeker meer herrie maken.
Dus blijf jij luisteren naar die oordelende stem in je, of wil je ook die zachte, bemoedigende stem van jezelf horen?
In dat geval luister ik graag mee, ervaringsdeskundig als ik ben. Kijk naar wat ik voor je kan doen!